Gezondheidsrisico's
        van fijn stof
        (Bron:
        https://home.planet.nl/~aart0056/)
        
      Fijn stof bestaat uit zwevende deeltjes die z� klein zijn dat ze niet
      blijven plakken aan de natuurlijke vuilvangers in de neus-, mond- en
      keelholte. Daardoor komen ze heel diep in de luchtwegen terecht en dat kan
      leiden tot allerlei gezondheidsklachten. Bovendien kan een stofdeeltje
      beladen zijn met een complex mengsel van schadelijke stoffen zoals ijzer,
      nitraat, pak's, dioxines en geoxideerde (gechloreerde) koolwaterstoffen.
      Deeltjes fijn stof zijn vele malen kleiner dan huisstof en zijn zo licht
      dat ze blijven zweven. Er hangt als het ware een onzichtbare deken van
      fijn stof over de stad.
  
       
        Bronnen
       
      Fijn stof is afkomstig van verbrandingsprocessen, zowel van de industrie
      als van het weg- en scheepvaartverkeer. Zeer kleine stofdeeltjes komen ook
      vrij in de vorm van vliegas en dieselroet. Ook slijtage aan banden en
      wegen door het verkeer veroorzaakt fijn stof. Voor fijn stof en roet
      worden metingen uitgevoerd. In januari 2005 gelden Europese richtlijnen
      voor de toegestane grenswaarde. Bijna heel Nederland voldoet niet aan die
      richtlijn. De gemeten concentratie fijn stof in Rotterdam schommelt rond
      de 40 mg/m3 als jaargemiddelde, er is geen sprake van een
      dalende trend. In de regio Rijnmond is het vrachtverkeer een belangrijke
      bron waarvan inmiddels schadelijke effecten zijn aangetoond. In de
      toekomst valt nog een aanzienlijke groei van dit verkeer te verwachten,
      mogelijk een verdrievoudiging: daar kan geen verbetering van de motoren
      tegen op. Bestuurders aarzelen niet om de zwarte piet door te schuiven
      naar anderen. De staatssecretaris van milieu vertelt dat het grootste deel
      van het fijn stof komt overwaaien uit het buitenland. Een wethouder van
      Den Haag doet mee in het koor van uitvluchten. Hij deelt in hetzelfde
      TV-programma mee dat er zeker bij zee veel fijn stof in de natuur
      voorkomt. De boodschap van deze en vele andere verantwoordelijke
      bestuurders: we kunnen er weinig aan doen. 
      Daar valt nog wel wat op af te dingen. De deeltjes fijn stof die door het
      lokaal verkeer en industrie worden geproduceerd zijn veel schadelijker dan
      de natuurlijke deeltjes fijn stof. Ook de suggestie dat alle kwaad van
      buiten komt, is dubieus. Een groot deel van het fijn stof is inderdaad
      niet uit Nederland afkomstig, maar in landen als Duitsland en Belgi�
      hebben ze weer last van stof uit Nederland. Netto zijn wij een
      milieuvervuiler. We exporteren veel meer vuil dan we binnen krijgen. Dat
      weten bestuurders, maar dat zeggen ze niet.
  
       
        Sluipmoordenaar 
        
      Dat fijne stof blijkt een sluipmoordenaar. Een geringe toename van deze
      concentratie met 10 mg/m veroorzaakt 1% toename in sterfte, 1,8% toename
      in spoedopnames in ziekenhuizen voor luchtwegaandoeningen, 4,4% toename in
      het aantal astmatische aanvallen en 5,4% toename in hoesten. In Nederland
      sterven 18.000 mensen 10 jaar eerder door de luchtvervuiling, vooral door
      fijn stof. E�n op de vijf aanvallen van astma zou zonder de fijn stof
      verontreiniging niet plaats vinden. Met name worden mensen getroffen die
      al problemen met hun luchtwegen of allergie�n hebben. Vooral ouderen met
      hart- en longaandoeningen leven een week, een maand tot zelfs een aantal
      jaren korter dan hun leeftijdgenoten. Deze cijfers betreffen effecten die
      optreden bij de concentraties fijn stof die in Nederland op het ogenblik
      gebruikelijk zijn. Ter vergelijking: in het Nederlandse verkeer vallen
      jaarlijks 1350 doden. Het valt niet uit te sluiten dat fijn stof nog
      ernstiger effecten heeft in combinatie met andere factoren als
      leefgewoonten of woonomstandigheden.
  
      
       
  
       
        Deze
        effecten treden niet alleen op bij tijdelijk verhoogde concentraties
        tijdens smogepisodes, maar ook bij concentraties waaraan inwoners van
        Nederland voortdurend zijn blootgesteld. Ongeveer 80% van de
        Nederlanders staat vrijwel voortdurend bloot aan een fijn stof
        concentratie die hoger ligt dan de nationale norm. De Europese Unie
        hanteert als grenswaarde 30 mg/m3. Vaststaat dat
        concentraties beneden de nu gehanteerde grens van 40 mg/m3
        van fijn stof al ernstige effecten op de gezondheid kunnen hebben. Een
        klein beetje fijn stof, een hoeveelheid onder de gehanteerde grens, kan
        klachten veroorzaken. Daarom wordt de internationale norm voor fijn stof
        herzien. In 2010 wil de EU die grenswaarde teruggebracht zien tot 20
        mg/m3. Recent onderzoek in Duitsland wijst uit dat de
        uitstoot van dieselmotoren gevaarlijker is dan men dacht. Het extra
        gevaar schuilt in de fijne roestdeeltjes die diep in de longen dringen,
        daar ontstekingen veroorzaken die op hun beurt weer het risico van
        longkanker vergroten. 
        Gezondheidsklachten 
        Het inademen van fijn stof kan leiden tot verergering van
        klachten aan de luchtwegen zoals hoesten en benauwdheid. De ademhaling
        wordt moeilijker en er ontstaat kortademigheid. Door inademing van fijn
        stof vermindert de longfunctie. Een gevolg kan zijn een stijging van het
        aantal en verergering van astma-aanvallen. Fijn stof versterkt de
        werking van zwaveldioxide (SO2) en kan PAK en zware metalen
        bevatten. Omdat ademhalen meer moeite kost, kunnen klachten bij mensen
        met hart- en vaarziekten toenemen en verergeren, en er bestaat een
        grotere kans op opname in een ziekenhuis. Het nare is dat fijn stof er
        altijd is, met een piek tijdens wintersmog, en dat het vaak ook
        binnenshuis doordringt. In 1996 werden resultaten bekend van een
        luchtwegonderzoek bij schoolgaande kinderen, het zogenaamde luchtweg-1
        onderzoek. Kinderen die dicht bij de A16 langs Dordrecht wonen, hebben
        meer luchtwegklachten. Hoe dichter de kinderen bij de snelwegen wonen
        des te vaker hebben ze last van hoesten, astma-aanvallen en bronchitis.
        De universiteit van Wageningen voert een luchtweg-2 onderzoek uit. In
        dat onderzoek gaat het om de relatie tussen autoverkeer en
        luchtwegklachten bij kinderen. De eerste conclusies, gepubliceerd in
        november 1999, wijzen uit dat er een verband bestaat tussen de mate van
        luchtvervuiling door het autoverkeer en luchtwegaandoeningen bij een
        groep onderzochte schoolkinderen. Fijn stof speelt daarbij een cruciale
        rol. Ook bij dit onderzoek is opgevallen dat vooral effecten optreden
        bij mensen die al gevoelig zijn dorodat zij al gevoelige luchtwegen of
        allergie�n hebben. Het gaat hier bepaald niet om een uitzonderlijke
        gesteldheid want van de onderzochte kinderen bleek 46% 'gevoelig'. Dit
        onderzoek maakt duidelijk dat het beleid zich niet kan beperken tot
        algemene maatregelen om de fijn stof belasting terug te dringen, maar
        dat het daarnaast belangrijk is op lokaal niveau gerichte maatregelen te
        nemen. De gevonden verbanden zijn aangetroffen bij lage tot zeer lage
        concentraties: PM2.5 van 17 tot 24 mg/m3, 'roet' van 6 tot 16
        mg/m3. Deze concentraties liggen niet beneden de norm voor de
        jaargemiddelde PM2.5 concentratie in de buitenlucht voor de VS (15 mg/m3;
        een Europese norm is er nog niet). Bij (lichte) overschrijding worden al
        nadelige effecten op de gezondheid aangetroffen. Dit onderzoek
        ondersteunt de opvatting dat er geen 'drempel' is waar beneden geen
        nadelige effecten optreden. 
        
  
(Bron: https://home.planet.nl/~aart0056/)
         
       |